Van dans naar dance. Bijna honderd jaar dansen in Leiden

donderdag, 8 mei 2025 (19:24) - Leidsch Dagblad

In dit artikel:

Danscultuur in Leiden kent een rijke geschiedenis, beginnend in de jaren veertig met katholieke dansscholen zoals die van Evert Castelein en Henny Boes, waar strikte regels golden, onder meer over wie welkom was en met wie men mocht dansen. In de jaren zestig veranderde dit door de komst van nieuwe dansvormen zoals de twist, terwijl plekken als Dancing ’t Zeepaardje en later undergroundlocaties waaronder de kelder onder SSR ruimte boden voor experimentele muziek en vrije dansbewegingen. Bernard Stöxen, een pionier uit die tijd, organiseerde feestjes en bracht grote bands naar Leiden, wat leidde tot de oprichting van het Kreatief Sentrum (later LVC), een cultureel centrum met diverse activiteiten en dansavonden.

In de late jaren zestig en zeventig groeide het nachtleven met discotheken zoals Club Hifi, Samantha, Koets-o-theek en Club70, waar nieuwe muziekstijlen als Italo-disco en house opkwamen. Marc van der Haas, een van de vroege dj’s, maakte de overgang mee van jazz naar funk, disco en elektronische muziek en speelde een rol in het populair maken van housemuziek in Leiden. Het Leidsch Dagblad beschreef in 1989 de intensiteit van housefeesten en benadrukte de veranderde rol van de dj, waarbij dansen vooral om de groove draaide in plaats van om het liedje zelf.

Begin jaren negentig opende Hotel de Ville als grootste discotheek van Leiden, waar ook de eerste Leidse houseplaat ’Cacarno’ werd geproduceerd door Marc van der Haas en collega’s. Na sluiting van Hotel de Ville en andere clubs volgde een periode van sluitingen en transities, waaronder het verdwijnen van het LVC in 2013, een belangrijke broedplaats voor talent en alternatieve danscultuur. Als reactie begonnen dj’s en organisatoren zoals Len van Brussel en Tom O’Riordan met het organiseren van kleinschalige, vaak illegale feesten en het opzetten van het online radiostation Maxi Radio om de dans- en clubcultuur levend te houden.

De recente opkomst van de Wibar, een club opgericht door Len van Brussel en Erik Lourensen, illustreert de heropleving van subculturen en diversiteit in het Leidse nachtleven. Hier draait men uiteenlopende muziekstijlen en komen verschillende generaties samen, wat duidt op een levendige en groeiende clubscene.

Een opmerkelijke Leidse successtory is Armin van Buuren, die in 1996 begon te draaien in Nexus, op de plek waar vroeger Evert Casteleins katholieke dansschool zat. Hij ontwikkelde zich tot een wereldberoemde trance-dj, elf keer uitgeroepen tot beste trance-dj ter wereld in 2024 en een icoon van elektronische muziek. Zijn wortels in de Leidse underground benadrukken de invloed van de lokale danscultuur.

Leiden heeft daarmee een lange traditie van dans en muziek, van strikte katholieke dansscholen tot moderne elektronische feesten. Ondanks ups en downs blijft de stad een belangrijke plek voor dj’s en muziekliefhebbers, dankzij verenigingen, poppodia en initiatieven die de rijke geschiedenis voortzetten en nieuwe generaties cultiveren. Bernard Stöxen vat het treffend samen: Leiden staat op de kaart, mede door Armin van Buuren, die volgens hem zelfs burgemeester zou mogen worden.